HOMO CREATOR als KRACHT VAN GEOLOGISCHE PROPORTIES
Het grootste deel van de aardse biosfeer, met inbegrip van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten- en processen, is nu definitief omgevormd door de directe interactie tussen mens en ecosystemen. Het earth system is een delicaat samenspel tussen verschillende sferen en bepaalt de voorwaarden voor het leven op aarde. Een antropogene transformatie van de terrestrische biosfeer is in essentie ingrijpend en permanent. Weinig poëtisch, maar je kan zeggen dat één enkele soort, die woekert als onkruid, onbewust het vermogen verwierf om haar eigen lot en dat van alle andere soorten op deze planeet rechtstreeks te beïnvloeden. De mens als aanstichter, maar ook als potentieel slachtoffer. Door bevolkingstoename, ‘human longevity and enhancement revolution’, een toenemende bevolkingsdruk en daarmee gepaard gaan consumptiepatronen, zal -zoals het er nu voorstaat- de druk biotische en abiotische, regulerende systemen en diensten allen maar doen toenemen. De mens is uitgegroeid tot een kracht van geologische proporties: het Antropoceen heeft zijn intrede gedaan. Het Antropoceen is geen neutrale beschrijving, maar velt een oordeel. De mens die de aarde overwoekert – verstikt – en zijn biotoop vernietigt.
BLACK MIRROR
De mens, overprikkeld, egocentrisch en een hoogmoedig ongebreideld nastreven van materiële rijkdom, overrompeld door bancair en politiek cynisme. Schijnbaar niet in staat om publieke waarde te creëren bij maatschappelijke vraagstukken. Vraagstukken ontstaan door de kloof tussen de systeemwereld (interne organisatie) en de leefwereld (de problemen die in de maatschappij aan de orde komen). In een turbulente wereld een prachtig recept voor geopolitieke chaos met als inzet onze eigen leefwereld, de aarde.
Ogenschijnlijk levend in een materiele wereld van tekort, waarin de natuur en de cultuur elkaar lijken te bestrijden en uit te sluiten. Deze gedachte is echter aan het verouderen en het menselijk bewustzijn is rijp voor het overstijgen van dat paradigma. Wanneer we dat eenmaal inzien kunnen we onze verantwoordelijkheid niet meer ontlopen en is het Antropoceen mogelijk geen ramp, maar vooral als een kans. Daarvoor is een nieuwe taal nodig, delen van kennis en wijsheden tussen de generaties, schoonheid om nieuwe kernwaarden te ontwikkelen om te groeien, te bloeien, een eigen thuis te cultiveren.
DE AARDE ALS DESIGN SPACE
Tot nu toe hebben mensen onbewust vormgegeven aan de planeet, met alle gevolgen van dien, maar als we ons dat realiseren kunnen we ook in de juiste richting sturen: een nieuwe fase in de evolutie. De exponentiële technologische ontwikkelingen en convergenties hebben een verbluffende potentie. Een waarschuwing is echter op zijn plaats. Techniek kan ook doorslaan, zelf initiërend worden en diep doordringen in ons menszijn. Met als gevolg dat zodra bijna alles wat bestaat van technologie doordrongen is, en dus bijna alles deels menselijk artefact is, het voor ons steeds moeilijker wordt om de dingen in onze leefwereld te herkennen als natuur of als menselijk maaksel. Een wereld van hybrids, een wereld van quasi-natuurobjecten en quasi-maaksels die onmogelijk nog begrepen kunnen worden als natuur of als menselijk voortbrengsel.
Hoe leren we daarentegen goed te worden in creëren, de wereld te vormen op een manier waardoor de mens zich kan ontplooien en tot bloei kan komen? Een nieuwe cultuur gebaseerd op overvloed en niet meer op schaarste.
CREATOR?
Onze intelligentie en creativiteit, met nog 90% ongebruikt ‘vermogen’, zijn essentieel onderdeel van de menselijke natuur, onze lotsbestemming. Dat betekent dat er nog een enorm potentieel vermogen besloten ligt in de mens als geologische kracht. Kracht zonder naïeve hoogmoed en megalomane ideeën om de aarde naar zijn hand te zetten. Het vermogen om vrijheid en (letterlijk) de ruimte om te kunnen ontplooien, eigen invulling, voor flexibel ruimte- en tijdsgebruik, voor inspiratie en voor authenticiteit. De belangrijkste natural resource is daarmee de mens zelf. De mens die zichzelf in twijfel durft te trekken, kritisch, reflectief, bewust wordt van de effecten van zijn handelen op het ecosysteem, grondstoffen, samenleven. Ontstijgend aan zijn onwetendheid.
VAN RESOURCES NAAR ABUNDANCE
Slimme dingen doen in het kader van resources, betekent de overal onontsloten kapitalen aan te wenden. Het in reproductiviteit brengen van afvalstoffen, het sluiten van meervoudige ketens waarin vele dimensies van recycling, hergebruik, remanufacturing, redesign besloten liggen. Waarin natural inspired design leidend is voor nieuwe businessmodellen en waarin sociale en biobased oplossingen elkaar afwisselen en versterken.
Product- dienst systemen, collaboratieve levensstijlen en herverdeling van markten die mensen in staat stellen om toegang te krijgen tot kennis, goederen en diensten te delen, versus het ronduit bezitten hiervan. Nieuwe structuren van perspectief op innovatie, nieuwe modellen van ‘sharing’; voorbij het traditionele marktgedrag naar patronen van collaboratieve consumptie dat plaatsvindt op een manier en op een schaal niet eerder mogelijk voor de introductie van het internet. Lege stoelen in auto’s, ongebruikte vakantiehuizen of logeerkamers, onderbenutte Wi-Fi, leegstaande kantoorruimten zijn latente kapitalen. Het is een enorme onaangeboorde bron van ‘rijkdom’ en de voordelen zijn enorm: minder afval, lagere kosten, nabuurschap waarden, ondernemerschap. En ja, laten we niet anders pretenderen, grote commerciële en financiële mogelijkheden.
EVOLUTIE van HOMO CREATOR naar CO-CREATOR
Onze wereld is niet dezelfde als die van gisteren, we doen veel, er gebeurt veel, maar tegelijkertijd zo weinig dat er toe doet. Het ontbreekt aan tijd en ruimte om eens te reflecteren zodat al die snelheden rondom ons kunnen bezinken. Misschien, in onze opwinding over onze technologische vooruitgang, hebben we onszelf aangeleerd om een valse afgod te aanbidden. Zijn we meer dan ooit afhankelijk van computers en technologie geworden, waar we de ‘menselijke fout’ verminderen of elimineren. De ironie is echter dat onze overtuiging dat wetenschap en emotionaliteit afzonderlijk kunnen bestaan helemaal niet langer wetenschappelijk is. In de obsessie van technologie, big data-koude, ICT, robotica, berekenend en rationeel handelend zijn we vergeten dat het meest waardevolle bezit voor het antwoord op de meest complexe vraagstukken in feite wijzelf zijn.
Co-Creërend, sturend en regulerend, reflecterend op het handelen om de ‘idle capacity’ van kennis, grondstoffen en producten, en daarmee onderbenutte activa, te ontsluiten. Een verschuiving van een extensieve economische groei, naar een intensieve economie. Een economische evolutie, een renaissance, verschuiving van het wereldbeeld waarin op kwantiteit gebaseerde welvaart wordt vervangen door een op kwaliteit gebaseerde welvaart, verduurzaamd door ecologisch realisme. Niet zomaar een kwestie van slimme dingen maken – het gaat vooral om slimme dingen doen.
Een samenleving van actieve en connected creators waar de creativiteit en nieuwsgierigheid van de jeugd wordt gestimuleerd, uitgedaagd. Waarin leerfabrieken plekken worden waar ook het sociale en creatieve aspect van leren veel aandacht krijgt. Leren georganiseerd in projectmatige settingen waarin bepaalde casuïstiek of ‘big questions’ de wijsheid van kinderen en volwassenen uitgedaagd word om na te denken over de problemen waar de wereld in 2030 mee worstelt.
De volgzame burgerij transformeert in een samenleving die vraagstukken zelf oppakt. ‘Resilient’, interactiever, flexibeler, leuker, spannender, aantrekkelijker, duurzamer. Natuurlijker, ademen: leven!